Staatloze – geen wettig verblijf – recht op maatschappelijke integratie – leefloon – recht van verblijf – ongrondwettigheid – discriminatie – gewaarborgde gezinsbijslag – betrokkene kan door overmacht het grondgebied niet verlaten – hangend beroep over verblijfsrecht – toekenning equivalent leefloon en huursubsidie
Onwettig verblijf - dringende medische hulp - OCMW-steun in afwachting van een plaats voor het gezin met minderjarig kind in een opvangplaats - gelijkstelling met opvang in noodopvangplaats - recht op medische verzorging - rekeningen ziekenhuis - behoeftigheid - tenlastenneming door OCMW - rekeningen op naam van een minderjarige - art. 57 OCMW-wet - art. 18, 23 - 29 Wet van 12 januari 2007
Buitenlandse werknemer - werknemer zonder papieren - arbeidsongeval - art.7 Wet van 10 april 1971 betreffende arbeidsongevallen - art.2 Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten - bewijzen arbeidsovereenkomst - geen arbeidsongeval
Leefloon – staatloze - verblijfsrecht - Art. 3, 1° en 3° wet 26 mei 2002 - art. 2 KB du 11 juli 2002 – GwH 17 december 2009 - geen discriminatie uitgaande van art. 49 Vw. – onvrijwillige staatloosheid en afwezigheid van een link met derde landen en mogelijk om daar legaal en duurzaam wettig verblijf te krijgen - verschil in behandeling tussen vluchtelingen en erkende staatlozen - geen redelijke rechtvaardiging - leemte in de wet voor staatlozen – appreciatie door de rechter a quo - art. 159 Gw. - artikel 98 Vb. buiten toepassing laten - bevoegdheid van de rechter om een lacune in te vullen - gebruik van bestaande wettelijke bepalingen - art. 76 Vb.– machtiging tot verblijf onafhankelijk van de aflevering van de titel - beschikbaar voor de arbeidsmarkt - billijkheidsoverweging afgeleid uit de schijn van onwettig verblijf - toekenning leefloon - recht op maatschappelijke dienstverlening voor de betwiste periode - buiten toepassing laten art. 57, § 2 OCMW-wet - geen BGV - terugkeer naar herkomstland onmogelijk