Staatloze – Palestijnse origine – art. 1 Verdrag van New York 1954 betreffende de Status van Staatlozen – Palestijnse nationaliteit – Montevideo Conventie – internationaal gewoonterecht – bepaald grondgebied – niet-betwist grondgebied geen voorwaarde - permanente bevolking – regering – capaciteit om relaties aan te gaan met andere staten – gebrek aan officiële erkenning door België geen pijnpunt – ontbreken van nationaliteitswetgeving - voldoende bewijs dat Palestina betrokkene als onderdaan beschouwd - Cass. 23 januari 2017 – ongegrond - geen erkenning als staatloze
Nationaliteit – nationaliteitsverklaring – art. 12bis, § 1, 2° WBN – verschillende identiteiten gebruikt in verschillende asielaanvragen – dossier schijnhuwelijk – gewichtig feit eigen aan de persoon – appellante was slachtoffer van schijnhuwelijk en is zelf overgegaan tot dagvaarding om nietigverklaring te bekomen – minderjarig tijdens illegaal verblijf – geen verwijderingsbeslissing – gegrond – toekenning Belgische nationaliteit
Staatloze – Palestijnse origine – art. 1 Verdrag van New York 1954 betreffende de Status van Staatlozen – Palestijnse nationaliteit – Montevideo Conventie – internationaal gewoonterecht – bepaald grondgebied – niet-betwist grondgebied geen voorwaarde - permanente bevolking – regering – capaciteit om relaties aan te gaan met andere staten – gebrek aan officiële erkenning door België geen pijnpunt – Cass. 23 januari 2017 – gegrond - geen erkenning als staatloze
Staatloze – Palestijnse origine – art. 1 Verdrag van New York 1954 betreffende de Status van Staatlozen – Palestijnse nationaliteit – Montevideo Conventie – internationaal gewoonterecht – bepaald grondgebied – niet-betwist grondgebied geen voorwaarde - permanente bevolking – regering – capaciteit om relaties aan te gaan met andere staten – gebrek aan officiële erkenning door België geen pijnpunt - Cass. 23 januari 2017 – verantwoordelijkheid Palestijnse staat om nationaliteitswetgeving aan te nemen - ongegrond - geen erkenning als staatloze
Nationaliteit - nationaliteitsverklaring - art. 15 WBN - beroepstermijn - 15 dagen na de ontvangst van negatieve advies, niet de kennisgeving - art. 12bis WBN - gewichtige feiten eigen aan de persoon - onderdak geven aan partner/echtgenoot in onwettig verblijf - belang van het kind - specifieke context - negatief advies ongegrond
Bijlage 35 – negatieve beslissing – schorsende werking – draagwijdte – geen recht op aangehouden inschrijving in het bevolkingsregister dan wel rijksregister – ongegrond
Gerechtelijke vereffening-verdeling nalatenschap – Uitonverdeeldheidtreding – Nalatenschap opengevallen in Griekenland – Internationale bevoegdheid – Artikel 77, 2° WIPR – Belgische rechtbanken bevoegd voor in België gelegen onroerende goederen – Toepasselijk recht – Artikel 78, § 2, eerste lid WIPR – Recht van de Staat waar het onroerend goed gelegen is – Artikel 80, § 1, 7° en 10° WIPR – Uitzonderingsclausule – Artikel 19, § 1 WIPR
Staatloze – Palestijnse origine – art. 1 Verdrag van New York 1954 betreffende de Status van Staatlozen – erkenning als vluchteling sluit belang erkenning als staatloze niet uit – Palestijnse nationaliteit – Montevideo Conventie – internationaal gewoonterecht – bepaald grondgebied – niet-betwist grondgebied geen voorwaarde - permanente bevolking – regering – capaciteit om relaties aan te gaan met andere staten – gebrek aan officiële erkenning door België geen pijnpunt – Cass. 23 januari 2017 – gegrond - geen erkenning als staatloze
Wettelijke samenwoning - schijnwettelijke samenwoning – negatief advies – art. 1476bis BW – groot leeftijdsverschil – zwakke positie een van de partners – lang illegaal verblijf – meerdere pogingen tot regularisatie - geheel van de omstandigheden - ongegrond
Eenzijdig verzoekschrift – UDN – voorlopige schorsing dwangsom – voorlopig karakter schorsingsarrest - prima facie – wachttoestand – prejudiciële vragen gesteld aan GwH en HvJ – aan de zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat betaalde dwangsommen niet gerecupereerd kunnen worden – onherstelbare schade – voorlopige maatregel – gegrond – schorsing dwangsommen tot bevoegde beslagrechter zich heeft uitgesproken