(GM t. Országos Idegenrendészeti Főigazgatóság, Alkotmányvédelmi Hivatal, Terrorelhárítási Központ) Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijk asiel- en immigratiebeleid – Richtlijn 2011/95/EU – Normen voor erkenning als vluchteling of als persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt – Intrekking van de status – Richtlijn 2013/32/EU – Gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van internationale bescherming – Gevaar voor de nationale veiligheid – Stellingname door een gespecialiseerd adviesorgaan – Toegang tot het dossier
(Bundesrepublik Deutschland t. MA (C 245/21), PB (C 245/21), LE (C 248/21)) Prejudiciële verwijzing – Verordening (EU) nr. 604/2013 – Aanwijzing van de voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming verantwoordelijke lidstaat – Artikelen 27 en 29 – Overdracht van de betrokkene aan de voor de behandeling van zijn verzoek verantwoordelijke lidstaat – Opschorting van de overdracht als gevolg van de COVID-19-pandemie – Onmogelijkheid van de overdracht – Rechterlijke bescherming – Gevolgen voor de overdrachtstermijn
Publiek recht - Nationaliteit - Verlies van de Belgische nationaliteit - Vervallenverklaring - Cassatieberoep - Middelen ontvankelijk naar gelang van de procedure
Erkenning huwelijk – Eritrees huwelijk – huwelijk voltrokken in Soedan – huwelijksattest van Eritrean Orthodox Church – geverifieerd door Soedanese rechtbank – authenticiteit – huwelijk gesloten voordat een van beide partners in België is aangekomen – geen louter verblijfsrechtelijk voordeel – geen schijnhuwelijk – gegrond – erkenning
BGV – art. 74/13 Vw. – formele motiveringsplicht – art. 74/13 Vw. doet geen afbreuk aan verplichtingen die voortvloeien uit art. 2 en 3 Wet 29 juli 1991 – niet-toelaatbaar
(HN, in tegenwoordigheid van: Sofiyska rayonna prokuratura) Prejudiciële verwijzing – Justitiële samenwerking in strafzaken – Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Artikelen 47 en 48 – Verdrag tot bescherming van de rechten van mens en de fundamentele vrijheden – Artikel 6 – Richtlijn (EU) 2016/343 – Versterking van bepaalde aspecten van het vermoeden van onschuld en van het recht om in strafprocedures bij de terechtzitting aanwezig te zijn – Artikel 8 – Recht om aanwezig te zijn bij de terechtzitting – Terugkeerbesluit dat gepaard gaat met een voor een periode van vijf jaar geldend inreisverbod – Voorwaarden voor het voeren van een proces in afwezigheid van de betrokkene – De in het nationale recht neergelegde verplichting om bij de terechtzitting aanwezig te zijn
(Colin Brown, andere partijen in de procedure: Europese Commissie, Raad van de Europese Unie) Hogere voorziening – Openbare dienst – Bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie – Artikel 4, lid 1, onder a) en b) – Ambtenaar van de Unie die onderdaan is van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en die gedurende de tien jaar vóór zijn indiensttreding zijn gewone verblijfplaats op het grondgebied van het land van zijn standplaats had – Terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie – Aanname door deze ambtenaar van de nationaliteit van het land van zijn standplaats – Intrekking van het recht op de ontheemdingstoelage – Beroep tot nietigverklaring
(SRS, AA t. Minister for Justice and Equality) Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2004/38/EG – Recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden – Artikel 3, lid 2, eerste alinea, onder a) – Begrip ‚andere familieleden die inwonen bij de burger van de Unie die het verblijfsrecht in eerste instantie geniet’ – Beoordelingscriteria
(E. K. t. Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid) Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 2003/109/EG – Status van langdurig ingezeten derdelanders – Werkingssfeer – Derdelander die beschikt over een verblijfsrecht op grond van artikel 20 VWEU – Artikel 3, lid 2, onder e) – Verblijf uitsluitend om redenen van tijdelijke aard – Autonoom Unierechtelijk begrip
(R. t. Frankrijk) Schending artikel 3 EVRM (verbod op foltering, onmenselijke en vernederende behandelingen) – uitwijzing naar Rusland na beëindiging vluchtelingenstatuut – Behouden hoedanigheid vluchteling na beëindiging statuut (R. t. Rusland) – Opheffing statuut en verlies hoedanigheid vluchteling (W. t. Rusland) – onvoldoende ex-nunc onderzoek van het non-refoulement beginsel – behoren tot geviseerde groep door Russische autoriteiten – schending procedurele verplichtingen artikel 3 EVRM (R. t. Rusland) – schending materiële vlak artikel 3 EVRM (W. t. Rusland) met 4 stemmen tegen 3 – Afwijkende opinie (W. t. Rusland)
(W. t. Frankrijk) Schending artikel 3 EVRM (verbod op foltering, onmenselijke en vernederende behandelingen) – uitwijzing naar Rusland na beëindiging vluchtelingenstatuut – Behouden hoedanigheid vluchteling na beëindiging statuut (R. t. Rusland) – Opheffing statuut en verlies hoedanigheid vluchteling (W. t. Rusland) – onvoldoende ex-nunc onderzoek van het non-refoulement beginsel – behoren tot geviseerde groep door Russische autoriteiten – schending procedurele verplichtingen artikel 3 EVRM (R. t. Rusland) – schending materiële vlak artikel 3 EVRM (W. t. Rusland) met 4 stemmen tegen 3 – Afwijkende opinie (W. t. Rusland)
Opvang – verzoeker om internationale bescherming – homoseksuele geaardheid – verkracht in opvangcentrum – overplaatsing naar LOI geweigerd door Fedasil – gegrond – gepaste opvang verlenen in LOI of kleinschalig opvangcentrum
Detentie - verzoek tot invrijheidstelling – schending art. 72, tweede lid Vw. – beschikking niet gemotiveerd – arrest beantwoordt niet aan verweer – gegrond - cassatie
Verzoek om internationale bescherming – asiel – Burundi – réfugié sur place – indiening verzoek om internationale bescherming als grond voor vrees voor vervolging – concreet aantonen – sinds 2019 geen problemen vermeld in internationale rapporten - verwerping
Verzoek om internationale bescherming – asiel – Burundi – réfugié sur place – indiening verzoek om internationale bescherming als grond voor vrees voor vervolging – concreet aantonen - verwerping
(I, S t. Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid) Prejudiciële verwijzing – Verordening (EU) nr. 604/2013 – Criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming – Artikel 8, lid 2, en artikel 27, lid 1 – Niet-begeleide minderjarige met een familielid dat zich wettig in een andere lidstaat ophoudt – Afwijzing door die lidstaat van het verzoek tot overname van deze minderjarige – Recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel van deze minderjarige of dit familielid tegen de afwijzing van het verzoek – Artikelen 7, 24 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Belang van het kind
(Bundesrepublik Deutschland t. XC, in tegenwoordigheid van Landkreis Cloppenburg) Prejudiciële verwijzing - Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht - Immigratiebeleid - Recht op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Artikel 4, lid 1, eerste alinea, sub c - Begrip "minderjarig kind" - Artikel 16, lid 1, sub b - Begrip "werkelijke gezinsband" - Kind dat gezinshereniging aanvraagt met haar vader die vluchtelingenstatus heeft verkregen - Relevante datum voor beoordeling van status van minderjarige
(Ministero dell’Interno t. TO) Prejudiciële verwijzing - Personen die om internationale bescherming verzoeken - Richtlijn 2013/33/EU - Artikel 20, leden 4 en 5 - Ernstig gewelddadig gedrag - Recht van lidstaten om toepasselijke sancties vast te stellen - Werkingssfeer - Intrekking van materiële opvangvoorzieningen
(S t. Familienkasse Niedersachsen-Bremen der Bundesagentur für Arbeit) Prejudiciële verwijzing – Burgerschap van de Unie – Vrij verkeer van personen – Gelijke behandeling – Richtlijn 2004/38/EG – Artikel 24, leden 1 en 2 – Socialezekerheidsuitkeringen – Verordening (EG) nr. 883/2004 – Artikel 4 – Gezinsbijslagen – Uitsluiting van economisch niet-actieve onderdanen van andere lidstaten tijdens de eerste drie maanden van hun verblijf in de gastlidstaat