Dublin - België verantwoordelijk voor asielaanvraag - interstatelijk vertrouwensbeginsel - toegang tot opvang niet gegarandeerd - voorlopige maatregelen opgelegd door EHRM - grote getalen volwassen verzoekers die geen opvang krijgen - gegrond
(L.G. t. Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid) Prejudiciële verwijzing – Asielbeleid – Verordening (EU) nr. 604/2013 – Criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming – Artikel 6, lid 1 – Belang van het kind – Artikel 16, lid 1 – Afhankelijke persoon – Artikel 17, lid 1 – Discretionaire bepaling – Tenuitvoerlegging door een lidstaat – Derdelander die zwanger was op het moment van indiening van het verzoek om internationale bescherming – Huwelijk – Echtgenoot die in de betrokken lidstaat internationale bescherming geniet – Besluit om het verzoek niet te behandelen en om de verzoeker over te dragen aan een andere lidstaat die wordt geacht voor dat verzoek verantwoordelijk te zijn
BGV – aanhoudingsbevel van dezelfde dag – beslissing onderzoeksrechter kan niet primeren op toepassing verblijfsreglementering – omzendbrief college procureurs-generaal – parket moet DVZ verwittigen indien aanwezigheid op grondgebied vereist is - verwerping
BGV – subsidiaire bescherming in Griekenland – asielaanvraag in Duitsland afgewezen – art. 3 EVRM – verhouding Dublin-verordening en procedurerichtlijn – HvJ 5 april 2017, nr. C-36/17, Daher Muse Ahmed t. Bundesrepublik Deutschland – Dublin niet van toepassing – geen schending non-refoulement beginsel – geen schending art. 3 EVRM - verwerping
Verzoek om internationale bescherming – asiel – Eritrea – gezinsleden met internationale bescherming in Italië – minderjarige zonder eigen feiten – geboren in België – automatische uitbreiding beschermingsstatus – verblijfsrecht – art. 23 Kwalificatierichtlijn – vernietiging
Art. 9bis Vw. – onontvankelijk – buitengewone omstandigheden – geen Belgische ambassade in Afghanistan – ambassade in Pakistan – geen netwerk en financiële middelen – ingeschreven als ‘ten laste’ van oom bij mutualiteit – niet nodig om onmogelijkheid aan te tonen, enkel bijzondere moeilijkheid – onredelijk – vernietiging
Opvang – verzoeker om internationale bescherming – uitsluiting opvang – niet aanwezig op convocatie door DVZ met oog op vasthouding in kader van Dublin – art. 4 Opvangwet – evenredigheidsbeginsel – artikel 20 Opvangrichtlijn – risico op onrechtmatige detentie – onterechte inperking opvang – oververzadiging netwerk niet dienend – gegrond
Gezinshereniging – art. 10 Vw. – familieleden van subsidiair beschermde – visum D – minderjarig bij asielaanvraag – datum indiening asielaanvraag als uitgangspunt - HvJ 12 april 2018, nr. C-550/16, A.S. – HvJ 7 november 2018, nr. C-380/17 – eenzelfde toepassing voor vluchtelingen en subsidiair beschermden – objectieve omstandigheden voor laattijdige indiening – geen motivering - vernietiging
Beëindiging verblijfsrecht – ander familielid van een Unieburger – art. 47/1 Vw. – ten laste in land van herkomst of deel uitmaken van het gezin – art. 47/4 Vw. – specifieke beëindigingsgronden - art. 42quater § 1 Vw. – algemene beëindigingsgronden - geen gezamenlijke vestiging – HvJ 15 september 2022, nr. C-22/21, SRS, AA t. Minister for Justice and Equality – afhankelijkheid – deel van het gezin - hechte en duurzame band die verder gaat dan samenwonen om praktische redenen – tewerkstelling verzoeker – geen financiële afhankelijkheid meer – geen nauwe familieband meer – verwerping
(Alhowais t. Hongarije) Schending artikel 2 EVRM (recht op leven) en artikel 3 EVRM (verbod op foltering, onmenselijke en vernederende behandeling) – procedureel vlak – Gebrek aan daadwerkelijk onderzoek naar de dood van asielzoeker in grensrivier tussen Servië en Hongarije – Schending artikel 2 EVRM (recht op leven, materieel vlak) – positieve verplichtingen van de grenswachters – nalatigheid bij de uitvoering en organisatie van de reddingsoperatie – Geen schending artikel 3 EVRM (materieel vlak) – EHRM niet in staat om buiten redelijke twijfel te concluderen (grotendeels door tekortkomingen in het onderzoek) dat fysiek geweld werd gebruikt tegen verzoeker