Grondwettelijk Hof - 115/2023 - 20-07-2023

Samenvatting

Vanaf 1 september 2023 moeten inburgeraars in Vlaanderen betalen voor een opleiding Nederlands als tweede taal (NT2) en de nieuwe NT2-test, en voor de lessen maatschappelijke oriëntatie (MO) en de MO-test. De regelgevingen inzake volwassenenonderwijs en inzake inburgering voorzien bepaalde vrijstellingen, verminderingen en terugbetalingen voor rechthebbende inburgeraars met een sociaal-economisch kwetsbaar profiel, maar sloten verplichte inburgeraars daarvan uit. Een aantal organisaties, waaronder NT2-scholen, vocht dat aan.
 
Het Grondwettelijk Hof (GwH) arrest nr. 115 van 20 juli 2023 stelde een onevenredig verschil in behandeling en een schending van artikels 10, 11 en 191 van de Grondwet vast, en vernietigt artikel 113novies, §4bis en §6bis van het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs. Dat heeft tot gevolg dat de sociale correcties die voorzien zijn voor sommige rechthebbende inburgeraars ook gelden voor dezelfde verplichte inburgeraars. Zowel rechthebbende als verplichte inburgeraars in Vlaanderen moeten dus vanaf 1 september 2023 betalen behalve als zij een sociale vrijstelling, vermindering of terugbetaling kunnen inroepen. Het GwH arrest geldt voor de NT2-lessen en -test, en wordt analoog toegepast voor de MO-lessen en -test.
 
Het decreet van 24 juni 2022 wijzigde onder andere artikel 113novies Decreet volwassenenonderwijs en creëerde daarmee een verschil in behandeling tussen meerderjarige verplichte inburgeraars en andere personen onder wie vrijwillige inburgeraars.
 
Artikel 113novies, §4bis en §6bis Decreet volwassenenonderwijs sloot meerderjarige verplichte inburgeraars uit van de volgende sociale correcties wanneer zij zich inschrijven voor een NT2-opleiding tot taalniveau A2 bij een Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO) of Centrum voor Basiseducatie (CBE).
 
-        de vrijstellingen van inschrijvingsgeld  vermeld in artikel 113novies, §4, 1°, 3°-5° en 8°-10° Decreet volwassenenonderwijs. Onder andere mensen met een (equivalent) leefloon, werkzoekenden en asielzoekers met materiële opvang vallen hieronder.
-        de vermindering van inschrijvingsgeld vermeld in artikel 113novies, §6 Decreet volwassenenonderwijs. Onder andere mensen met een werkloosheidsuitkering en personen met een handicap vallen hieronder.
 
Artikel 11 van het decreet van 24 juni 2022 sloot verplichte inburgeraars uit van de terugbetaling door VDAB van inschrijvingsgeld vermeld in artikel 8 en 9 Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009.
 
Deze sociale correcties blijven wel mogelijk voor andere NT2-cursisten, waaronder de vrijwillige inburgeraars wanneer zij zich inschrijven voor een opleiding NT2 tot taalniveau A2 of een andere opleiding.
 
Het Hof legt er de nadruk op dat de groep van meerderjarige verplichte inburgeraars overwegend bestaat uit niet-Belgen terwijl de groep andere personen, waaronder vrijwillige inburgeraars, die een NT2-opleiding of andere opleiding volgen meer Belgen kunnen zijn.
 
Het verschil in behandeling berust op een objectief criterium, namelijk wel of niet verplicht inburgeraar zijn. Het GwH stelt vast dat de bovenstaande bepalingen als gevolg hebben dat bepaalde vreemdelingen een minder gunstige behandeling krijgen. De benadeelde groep bestaat voor een veel groter percentage uit niet-Belgen dan uit Belgen. Deze personen ondergaan een specifiek nadeel onrechtstreeks gebaseerd op hun nationaliteit. Het verschil in behandeling moet steunen op zeer sterke overwegingen in zulk geval.
 
Uit de parlementaire voorbereidingen blijkt dat de decreetgever met deze nieuwe maatregel wou bereiken dat de inburgeraars de NT2-opleiding meer naar waarde zouden schatten en als minder vrijblijvend zou ervaren.
 
De oorspronkelijke decreetgever van 2007 voorzag al in vrijstellingen, verminderingen en terugbetalingen van inschrijvingsgeld hoofdzakelijk wegens de sociaal-economische situatie van bepaalde cursisten en om financiële drempels weg te nemen. Anderzijds wou de decreetgever door inschrijvingsgeld te vragen erop wijzen dat de cursus niet verblijvend is en wou hij cursisten responsabiliseren.
 
Het Hof redeneert dat de doelstelling om verplichte inburgeraars te responsabiliseren een verantwoording zou kunnen zijn om verplichte inburgeraars die niet in een precaire sociaal-economische situatie zitten, inschrijvingsgeld te laten betalen.
 
Maar het GwH vindt geen verantwoording voor het feit dat mensen die zich wel in een identieke precaire, sociaal-economische situatie vinden, verschillend behandeld zouden worden naargelang zij wel of niet verplicht inburgeraar zijn. Het GwH stelt bovendien vast dat de vrijstelling, ook voor verplichte inburgeraars, wel behouden blijft voor richtgraad 2 (B1) terwijl de sociaal-economische situatie van de inburgeraar niet noodzakelijk verschilt naargelang deze een opleiding NT2 richtgraad 1 of 2 volgt. Het Hof lijkt zwaar te tillen aan het feit dat niet-Belgen zonder redelijke verantwoording ongunstiger worden behandeld.
 
De hierboven vermelde verschillen in behandeling zijn niet redelijk verantwoord. Ze schenden het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel uit artikel 10, 11 en de “norm van vreemdelingenbescherming” uit artikel 191 van de Grondwet. Het Hof vernietigt artikel 113novies, §4bis en §6bis Decreet volwassenenonderwijs ingevoegd door artikel 7, 6° en 9° en artikel 11 van het Decreet van 24 juni 2022. Deze zouden op 1 september 2023 in werking treden maar verdwijnen door deze vernietiging uit de rechtsorde. Dit betekent dat ook verplichte inburgeraars in een moeilijke sociaal-economische situatie zich voor het NT2-onderwijs in richtgraad A2 kunnen beroepen op vrijstelling, vermindering en terugbetaling van het inschrijvingsgeld.
 
Met het decreet van 24 juni 2022 wordt in artikel 30 §3, derde lid Inburgeringsdecreet ook inschrijvingsgeld (“retributie”) ingevoerd voor inburgeraars die in Vlaanderen wonen en een inburgeringscontract aangaan vanaf 1 september 2023, om te kunnen deelnemen aan de lessen of aan de test maatschappelijke oriëntatie. Die bepalingen treden door het besluit van de Vlaamse regering van 7 oktober 2022 in werking op 1 september 2023. Ook hier voorzag de decreetgever vrijstelling van retributie voor een aantal sociaal-economisch kwetsbare categorieën. Naar analogie van artikel 113novies Decreet volwassenonderwijs zouden alleen vrijwillige inburgeraars zich kunnen beroepen op deze vrijstellingen. Het decreet sloot de verplichte inburgeraars uit. Ook hier was dus een verschil in behandeling voorzien. Inburgeraars die zich in een identieke penibele, sociaal-economische situatie vinden, zouden verschillend behandeld worden naargelang zij wel of niet verplicht inburgeraar zijn. Het GwH sprak zich niet expliciet uit over MO omdat de verzoekende partijen (waaronder NT2-organisaties) deze vraag over MO niet hebben opgeworpen. Volgens de redenering die het GwH in arrest nr. 115/2023 volgt, zou dit analoge verschil in behandeling echter ook niet redelijk verantwoord zijn, het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel schenden en dus ongrondwettig zijn.