RvS: UDN-procedure niet mogelijk zonder uitputten administratief beroep tegen weigering toelating tot arbeid

In het kort

In twee identieke arresten van 22-9-2023, nrs. 257.413 en 257.414 stelt de Raad van State dat het administratief beroep tegen een weigering van een gecombineerde vergunning door het gewest moet worden uitgeput voordat een ontvankelijk beroep bij de RvS kan worden ingesteld.

Weigering toelating arbeid door Vlaams Gewest

In beide dossiers ging het om aanvragen voor een gecombineerde vergunning die door de dienst Economische Migratie van het Vlaams Gewest geweigerd werden. Hoewel tegen een weigering van de toelating tot arbeid door het gewest een administratief beroep voorzien is bij de bevoegde minister van werk, spanden de verzoekers een procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid aan bij de Raad van State. Zij motiveerden dit op basis van het feit dat het voorziene administratieve beroep veel tijd in beslag kan nemen, met nefaste gevolgen voor de verzoekers en hun werkgever tot gevolg, en dat er in de regelgeving geen maximumtermijn voorzien is voor de behandeling van dit beroep.

Verplicht om administratief beroep uit te putten vóór annulatieberoep

De Raad van State oordeelt dat het administratief beroep door reglementaire bepalingen georganiseerd is en voor de overheid de verplichting meebrengt om er gevolg aan te geven. Het garandeert de burger dat de beslissing door een andere overheid wordt heronderzocht. Het uitputten van deze mogelijkheid geldt als ontvankelijkheidsvoorwaarde voor het indienen van een annulatieberoep bij de Raad van State. Het gebrek aan maximumtermijn voor de behandeling van het administratief beroep doet hier geen afbreuk aan.

De vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid kan slechts een aanhangsel vormen van een ontvankelijk beroep tot nietigverklaring en is bijgevolg ook onontvankelijk.