Raad van State - 230.579 - 19-03-2015

Samenvatting

“Heeft het algemene Unierechtelijke beginsel van eerbiediging van de rechten van verdediging, waarvan deel uitmaakt het recht van een persoon om door een overheidsinstantie te worden gehoord voordat die instantie een besluit neemt dat de belangen van de betrokkene op nadelige wijze kan beïnvloeden, zoals een besluit tot intrekking van zijn verblijfsvergunning, in de rechtsorde van de Europese Unie dezelfde waarde als die welke voorschriften van openbare orde van Belgisch recht in intern recht hebben en vereist het gelijkwaardigheidsbeginsel dat het middel dat is ontleend aan schending van het algemene Unierechtelijke beginsel van eerbiediging van de rechten van verdediging, voor het eerst kan worden aangevoerd voor de Raad van State, uitspraak doende als cassatierechter, zoals in intern recht is toegestaan voor middelen van openbare orde?”