Hof van Cassatie - P.08.1671.F - 25-02-2009

Samenvatting

Bloedverwanten in opgaande lijn van een Belg die te zijnen laste zijn en zich met hen komt vestigen, worden in het bezit gesteld van een attest van immatriculatie, na inzake van de vereiste documenten. Conform artikel 2, 2°, b KB 19 juni 1999 zijn de bloedverwanten in opgaande lijn, ten laste van een Belgische onderdaan mits zij zich met hem vestigen, vrijgesteld van een arbeidsvergunning. Deze vrijstelling geldt enkel wanneer de rechthebbende voldoet aan de voorwaarde van wettig verblijf, waarbij nog de aanvraag tot vestiging, noch het verzoek tot herziening tegen de beslissing tot weigering, geldt als een dergelijke vergunning. In elk geval is deze bepaling enkel van toepassing wanneer de vreemdeling ten laste is van de Belgische onderdaan, en niet in het geval de vreemdeling in België kinderen ten laste heeft die hier zijn geboren en de nationaliteit hebben verworven om niet staatloos te zijn.