Raad voor Vreemdelingenbetwistingen - 23.255 - 19-02-2009

Samenvatting

Verweerder kan niet worden gevolgd waar hij stelt dat het louter om briefwisseling tussen administratieve overheden gaat, daar de gemachtigde van de minister van Migratie- en asielbeleid uitdrukkelijk verzoekt om de brief voor kennisname door de verzoeker te laten tekenen. Uit het voorgaande blijkt dat de beslissing van 29 oktober 2008 van de minister van Migratie en asielbeleid houdende de weigering van de afgifte van een E-kaart, niets anders is dan een beslissing tot weigering van de verblijfsaanvraag van meer dan 3 maanden. De bestreden beslissing heeft de rechtstoestand van de verzoeker aldus onmiddellijk en rechtstreeks nadelig beïnvloed. In casu werd aan verzoekers een brief ter kennis gebracht met een beslissing van de gemachtigde van de minister. Bijgevolg werd verzoekers aanvraag om machtiging tot verblijf van meer dan drie maanden niet behandeld zoals de wettelijke normen het voorschrijven en werd een beslissing aan verzoeker ter kennis gebracht die niet voorzien is door de wet noch door het Vreemdelingenbesluit. Daarenboven bevat de beslissing geen enkele vorm van motivering noch in rechte, noch in feite zoals de artikelen 2 en 3 van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen het voorschrijven.