Rb Brussel: verplichte registratie aanvraag op afstand van humanitair visum voor familieleden in Gaza van erkend vluchtelingen

In een vonnis van 2 februari 2024 nr. 2023/323/C beslist de Rechtbank van eerste aanleg van Brussel (Franstalig) dat de Belgische staat een Palestijns gezin in Gaza moet toelaten om hun aanvraag van een humanitair visum in te dienen via een telecommunicatiemiddel naar keuze. Het gaat om de ouders en minderjarige broers of zussen van erkend vluchtelingen in Belgie. In een latere fase kan persoonlijke verschijning wel nog gevraagd worden. De rechter verplicht de staat om de aanvraag te registreren op straffe van een dwangsom. Na deze vooroordeling en in dit concrete geval werd aanvaard dat zij hun visumaanvraag van op afstand konden doen. De Belgische staat kondigde aan in beroep te gaan tegen de uitspraak.

Consulaat-generaal Jerusalem weigert aanvraag op afstand van humanitair visum

De eisers, een Palestijns gezin bestaande uit een vader, moeder en twee minderjarige kinderen, die in de Gazastrook wonen, willen zich herenigen met drie meerderjarige kinderen van het gezin, met wettig verblijf in België. De drie meerderjarige kinderen komen vrijwillig tussen in deze zaak.

De eisende partijen stuurden een e-mail naar het consulaat-generaal van België in Jeruzalem om een humanitair visum aan te vragen . Ze motiveerden deze digitale aanpak met het feit dat het VFS-kantoor gesloten is en het onmogelijk is om zonder visum Gaza te verlaten om naar de Belgische ambassade in Caïro te gaan.

Het consulaat-generaal heeft het verzoek om het humanitair visum digitaal aan te vragen, afgewezen. Een aanvraag per e-mail is volgens hen enkel mogelijk in het kader van gezinshereniging.

Oorlog in Gaza toont manifeste urgentie aan

De rechtbank acht zich bevoegd om deze zaak te behandelen. De argumenten van de Belgische staat over het al dan niet toekennen van een verblijfsrecht zijn niet relevant omdat de eisers geen visum of verblijfstitel eisen, noch wensen de Belgische staat hiertoe veroordeeld te zien. Ze vragen alleen maar toegang tot de procedure via e-mail.

Eisers vragen in hoofdorde om hun visumaanvraag via elk mogelijk telecommunicatiemiddel te mogen indienen, dus zonder persoonlijke verschijning. Hierbij wordt urgentie ingeroepen door de eisende partijen. Volgens de rechtbank is er inderdaad sprake van manifeste urgentie. Er wordt namelijk niet betwist dat eisende partijen niet langer in Gaza zouden zijn. Bovendien verantwoordt de oorlog met zijn dagelijkse bombardementen een spoedeisende aanpak.

Verplichte persoonlijke verschijning bij visumaanvraag: schending privé- en gezinsleven

In principe moet een humanitair visum (artikel 9 Verblijfswet) in persoon worden aangevraagd bij de Belgische diplomatieke post in het buitenland. Hetzelfde geldt bij een aanvraag voor een visum gezinshereniging (artikel 10 Vw). Maar voor gezinshereniging is een versoepeling voorzien, naar aanleiding van het arrest Afrin van 18 april 2023 van het Hof van Justitie. Wanneer het onmogelijk of uiterst moeilijk is om zich naar de diplomatieke post te begeven, kan een aanvraag ingediend worden via e-mail. Door het conflict in Gaza geldt deze versoepeling ook voor Palestijnen in de Gazastrook. De ouders vallen buiten het toepassingsgebied van gezinshereniging en kunnen zich hier daarom niet op beroepen.

Niettemin kunnen ascendenten in opgaande lijn aangemerkt worden als ‘familieleden’ in het kader van artikel 8 EVRM, indien er voldoende afhankelijkheid is. Hun fundamenteel recht op een privé-en gezinsleven moet wel gerespecteerd worden. Het afwijzen van een aanvraag op afstand maakt het gezien de feitelijke situatie, de facto onmogelijk voor ouders en kinderen om zich in België te herenigen.

Door in dit geval geen enkele uitzondering toe te laten op de verplichte persoonlijke verschijning, ontneemt de Belgische staat de betrokkenen de mogelijkheid om hun familiale afhankelijkheidsband aan te tonen (in de zin van artikel 8 EVRM) en bijgevolg elke kans om met hun familie in België herenigd te worden.

Verplichte persoonlijke verschijning: normaal zorgvuldige en voorzichtige administratieve autoriteit zou anders handelen

Eisende partijen vragen bovendien herstel voor de schade die werd veroorzaakt door de Belgische staat als gevolg van een fout in de zin van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek. Door geen enkele uitzondering toe te staan op het principe van persoonlijke verschijning, kunnen eisers de facto geen enkele aanvraag indienen, wat voor hen ‘schade’ uitmaakt. Op deze manier wordt iedere nuttige werking aan artikel 9 Vw aan hen ontnomen. Ze vragen herstel door de praktische regeling voor het indienen van hun aanvraag te versoepelen.

De rechter volgt de eisers in hun betoog en oordeelt dat de Belgische staat zijn discretionaire bevoegdheid niet uitoefende zoals een normaal zorgvuldige en voorzichtige administratieve autoriteit in dezelfde omstandigheden zou hebben gedaan.

Verderzetting Afrin-rechtspraak: verplichte registratie van aanvraag op afstand

De eerste gevraagde maatregel wordt toegekend. Het moet mogelijk zijn om een aanvraag per e-mail in te dienen en pas in een later stadium persoonlijk te verschijnen, bijvoorbeeld bij het ophalen van het visum. Het gaat hier puur over de manier van indienen van de aanvraag. De rechtbank treedt hierbij niet in de plaats van de administratie, die als enige bevoegd is om de aanvraag al dan niet gegrond te verklaren. Er is dus geen schending van de scheiding der machten. Dit is een voortzetting van de Afrin-rechtspraak.

Daarnaast worden eisers (tijdelijk) vrijgesteld van het overleggen van documenten die de facto niet kunnen worden afgegeven vanwege de huidige veiligheids- en humanitaire situatie in Gaza. De Belgische staat kan dit alsnog eisen in een later stadium. De aanvraag moet binnen de 48 uur geregistreerd worden, anders wordt een boete van 1000 EUR per dag vertraging opgelegd.